Ervaringen met Pachyhynobius shangchengensis
Frans Peter Weterings, 2002. Ervaringen met Pachyhynobius shangchengensis
pag. 16-17; uit: BOUWMAN, A. S. BOGAERTS (samenstelling en redactie), 2002.
Salamanders. Jubileumbundel. Uitgave: Salamandervereniging. ISBN 90-9016241-0.
Inleiding
In de periode tussen eind december 1998 en juni 1999 kwamen via de handel een aantal onbekende salamanders in Engeland en Duitsland terecht. In Engeland werden deze salamanders verkocht als Batrachuperus karlschmidti. Ik wist er drie te bemachtigen, die ik sinds april 1999 verzorg. Op basis van anatomische kenmerken bleek dat ik met een andere salamander te maken had. In dit verslag heb ik mijn eerste waarnemingen aan deze salamanders gepresenteerd aangevuld met schaarse literatuur- en biotoopgegevens.
Typische kenmerken
De grootste van deze drie salamanders heeft een lengte van 210 mm. De huid is zeer glad en teer, waardoor bij het vastpakken de kans bestaat dat de huid scheurt. Opvallend is dat de salamanders vijf tenen hebben. Hierdoor kan het dus niet om vertegenwoordigers van het geslacht Batrachuperus gaan; deze hebben namelijk vier tenen. De kleur van de bovenzijde is nagenoeg egaal bruin. De onderzijde is iets lichter bruin, soms zelfs cremekleurig. De kop is duidelijk van de romp gescheiden door de aanwezigheid van een plooi in de hals. Aan de hand van het werk van ZHAO (1988) zijn de salamanders geïdentificeerd als Pachyhynobius shangchengensis. Deze soort is beschreven door FEI LIANG, QU WEN-YUAN, WU SHU-HUI. (1983). De uiterlijke kenmerken zijn: de kop is van voren breder dan aan de achterzijde. De verhoudingen van kopbreedten variëren. Het lichaam is gedrongen en de staart is korter dan de kop- en lichaamslengte samen. De poten zijn relatief kort. Typisch zijn de zogenaamde labiale plooien. Hiermee worden de overhangende wangplooien bedoeld. Dit is een typisch kenmerk van salamanders die in stromend water leven. De voor- en achterpoten vertonen twee ronde knobbeltjes op de zolen. Deze kenmerken komen ook voor bij Batrachuperus yenyuanensis en B. pinchonii (ADLER, & ZHAO, 1990). De tenen zijn voorzien van een donkere zwarte hoornachtige huid. Twee van mijn dieren krijgen na de winter bij het toenemen van de watertemperatuur vinzomen onder en boven de staart, een bredere kop en is een kleine verandering in de cloaca’s waarneembaar.
Verspreiding
De dieren zijn tot op heden alleen gevonden in China, westelijk Anhui, district Jinzhai 950 m (LIU, 1950) en zuidoostelijk Henan, district Shangchen 380-780 m (CHEN, 1991).
Behuizing
Ik houd P.shangchengensis in een bak van 100x40x40 cm (lxbxh). De bak staat in een schuur waarin een vorstbeveiliger aanwezig is. Als bodembedekking is fijn aquariumgrind gebruikt. Er zijn diverse schuilplaatsen gemaakt met grote platte kiezelstenen. Een landgedeelte is overbodig omdat P. shangchengensis volledig aquatiel leeft. Als beplanting drijven enkele takken waterpest en een kluwe algen in het water. De waterstand is op 12 cm gehouden. Om de stroming en het zuurstofgehalte van het water te verbeteren is vlak boven het wateroppervlak een uitstromer geplaats welke op een Eheim pomp is aangesloten. Bij een sterkere watercirculatie waarbij een uitstromer over de volle breedte van de bak geplaatst was gedroegen de salamanders zich erg onrustig Daarom is voor een gematigde stroming gekozen. In de natuur zijn deze salamanders in helder stromend water waargenomen. Naast de waterpomp wordt ook een luchtpomje gebruikt. Het water wordt een paar keer per maand gedeeltelijk ververst. Als belichting is een 18 W tl-lamp gebruikt. Deze brand 6 uur per dag zodat ook de natuurlijke schemertijden van toepassing zijn.
Voedsel
Het hoofdvoedsel bestaat uit dauw- en regenwormen. Grote wormen worden langzamer opgegeten waardoor er eerder voedselstrijd ontstaat. Hierbij kunnen de salamanders elkaar lelijk verwonden. Daarom worden de grotere wormen in stukken van enkele centimeters geknipt. Aanvullend wordt gevoerd met Tubifex, rode muggenlarven en vliegenmaden. Van deze drie is er een duidelijke voorkeur voor Tubifex.
Gedrag
Gedurende de warme periode zijn de salamanders nauwelijks actief en liggen hele dagen onder de stenen bij elkaar. De hoogst gemeten watertemperatuur in het Pachyhynobius onderkomen bedroeg 24 °C (overdag). ’s Nachts koelde het water in de bak af tot 19 °C. Deze temperaturen worden gedurende een periode van twee weken goed verdragen. Gedurende de koude perioden bij temperaturen tot 5 °C eten de dieren nog wel maar de aktiviteit is veel minder. Bij temperaturen
onder de 5 °C. liggen de salamanders onder de stenen en verroeren zich nauwelijks en halen ook geen lucht aan het wateroppervlak door de gereduceerde longen. In de maand mei gedroegen de salamanders zich zeer agressief tegen over elkaar (watertemperatuur 10 °C). Ze beten elkaar happen uit de staart. In dezelfde periode werd ook een ander agressief gedrag waargenomen. Twee dieren hadden de staarten in de hoogte en leken elkaar te willen imponeren. Eén salamander werd net voor de achterpoten hard in de flank gebeten. Er was direct een wond te zien.
Summary
First experiences in keeping the hardly known Pachyhynobius shangchengensis are described. The animals live in western Anhiui and southeastern Henan, China. Sex determination is hard, but males seem to develop fins on the tails and have heavier build heads. Three animals are kept aquatic in a large aquarium with a lot of shelters and builders. A large pump makes sure that water has a high oxygen level and that water is constantly flowing in a small part of the tank. The animals prefer moderate to slow flowing water. A fluorescent lamp of 18 Watts is turned on for 6 hours a day. Food consists mainly of earthworms. Additional tubifex, maggots and red mosquito larvae are fed. At temperatures below 5°C the animals are immobile. In May (at 10°C) the animals showed high aggressive behaviour towards each other and bit pieces out of each others tails. A short period of high water temperature (24°C) was survived without any problems.
Literatuur
ADLER, K., & E. ZHAO, 1990. Studies on Hynobiid Salamanders, with Description of a New Genus. Asiatic Herpetological Research, 3: 37-45.
CHEN, B., 1991. The Amphibian and Reptilian Fauna of Anhui. Anhui Publishing House of Science and Technology, Hefei, China (In het Chinees met Engelse samenvatting).
FEI LIANG, QU WEN-YUAN, WU SHU-HUI., 1983. A new Genus and Species of Hynobiidae from Henan. Amphibian Res., Chengdu, 1:1. (In het Chinees met Engelse samenvatting)
LIU, C.C., 1950. Amphibians of Western China. Fieldiana: Zoology Memoirs, 2: 80-102.
ZHAO, E., 1988. Studies on Chinese Salamanders. SSAR.
© Copyrights 2002 de Salamandervereniging, www.salamanders.nl.
De Salamandervereniging staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, te Nijmegen, onder nummer 09126981.
Actueel
Salamanders nog actief door zachte herfst
Het aanhoudend zachte weer zorgt ervoor dat veel salamanders hun winterslaap uitstellen. Vooral op vochtige avonden zijn ze nog te…
Japan ontdekt exemplaar van ’s werelds grootste bedreigde amfibie
Onderzoekers van de Kyoto Universiteit hebben recent de aanwezigheid van de Chinese reuzensalamander (Andrias davidianus), de grootste levende amfibie ter…
De Bedreigde Bandsalamander: Klimaatverandering en Bescherming
Dr. Uwe Gerlach, een expert in amfibieën uit Hattersheim, heeft een fascinerend nieuw boek uitgebracht over de bandsalamander (Ommatotriton ophryticus),…