Huisdierenbijsluiter van de Spaanse ribbensalamander op LICG.nl
Naast ons eigen caresheet op deze site, staat op de website van het LICG (Landelijk InformatieCentrum Gezelschapsdieren) ook een uitgebreide huisdierenbijsluiter voor het houden van de Spaanse Ribbensalamander.
Deze bijsluiter is naar onze mening een waardevolle aanvulling op onderstaande tekst en kan bekeken worden door op het plaatje links te klikken.
Bron: LICG
Beschrijving
Ad Bouwman, 2002. Pleurodeles waltl – Spaanse Ribbensalamander. pag. 19-20; uit: BOUWMAN, A. S. BOGAERTS (samenstelling en redactie), 2002. Salamanders. Jubileumbundel. Uitgave: Salamandervereniging. ISBN 90-9016241-0.
De Spaanse Ribbensalamander, Pleurodeles waltl, is een van de grootste salamanders van Europa en kan een lengte bereiken van 312 mm (mannetjes) en 286 mm (vrouwtjes) (SALVADOR & GARCIA-PARIS, 1999). Het lichaam is zwaar gebouwd. De huid is ruw en de kop is breed en sterk afgeplat. De staart is in doorsnede plat en minstens even lang als de kop en het lichaam samen.
P. waltl is enigszins variabel van kleur. De bovenzijde kan grijs bruin of grijs geel tot olijfgroen zijn met donkere vlekken. De onderzijde is gewoonlijk witachtig, geelachtig of grijs gekleurd met een donkere tekening of vlekken. Op de flanken bevinden zich acht tot tien oranjeachtige of gele knobbels, die met de uiteinden van de ribben corresponderen. De ribben zijn niet naar beneden maar naar boven gebogen en de uiteinde van de ribben kunnen soms door de huid heen steken.
De onderkant van de staart is oranjeachtig. Mannetjes zijn van vrouwtjes te onderscheiden door een minder zware lichaamsbouw en een langere staart. In paarstemming verkerende mannetjes hebben zwarte copulatieborstels aan de binnenzijde van hun voorpoten en een opgezwollen cloaca. De hoogte van de vinzomen onder en boven de staart variëert bij de beide geslachten maar zijn bij in paarstemming verkerende mannetjes meer ontwikkeld.
Verspreiding
De Spaanse Ribbensalamander komt voor op het Iberisch Schiereiland (Spanje en Portugal), met uitzondering van het noorden en oosten, en in noordelijke en westelijke gebieden van Marokko.
Biotoop en levenswijze
P. waltl komt voor in stilstaande en langzaam stromende watertjes. Ook komen deze salamanders voor in tijdelijke poeltjes. Als deze in de zomer opdrogen trekt P. waltl zich terug in spleten in de bodem, onder stenen of op andere geschikte plaatsen. P. waltl is een veel in het water verblijvende salamander die soms, vooral in de zomer, de neiging heeft het water te verlaten (SALVADOR & GARCIA-PARIS, 1999).
Huisvesting
Gezien de afmetingen die P. waltl kan bereiken en de levenswijze, moeten deze salamanders in een ruim aquarium worden gehuisvest, waarin voldoende zwemruimte aanwezig is en de salamanders de gelegenheid hebben het water te verlaten. De inrichting kan overzichtelijk worden gehouden, wat het schoonhouden vergemakkelijkt. Wel moeten er voldoende schuilplaatsen aanwezig zijn en mogelijkheden om eitjes aan af te zetten.
Om het water schoon en enigszins in beweging te houden is een filterpomp aan te raden. Als P. waltl in de zomer het land opkruipt kan men de salamanders activeren het water weer in te gaan door gedeeltelijke het water te verversen of de temperatuur te laten dalen. Indien men er de voorkeur aan geeft de salamanders in de zomer een terrestische fase te laten ondergaan, moeten ze in een terrarium worden overgebracht. In het terrarium moeten zowel vochtige als droge schuilplaatsen aanwezig zijn. In september of oktober kan men de salamanders terug zetten op een landgedeelte in het aquarium, waarna deze meestal binnen korte tijd het water ingaan.
P. waltl kan bij een juiste verzorging een leeftijd van minstens 12 jaar bereiken. Een verschijnsel dat ontstaat als P. waltl het hele jaar door een hoofdzakelijk aquatiele levenswijze leidt en een jaarcyclus ondergaat, waarbij perioden van verminderde activiteit van korte duur zijn of ontbreken, is dat hij zich het hele jaar door blijft voortplanten. Dit heeft op de lange duur, door uitputting, nadelige gevolgen voor de conditie en de levensduur van de salamanders.
Indien men uit eitjes jongen wil opkweken is het raadzaam een aantal eitjes bij de volwassen exemplaren uit het aquarium te verwijderen en ze in een ander aquarium onder te brengen. Dit om te voorkomen dat de volwassen salamanders zich aan de eieren of de pas uit het ei gekomen larfjes vergrijpen. Het opkweken van de larven levert geen noemenswaardige problemen op.
Voedsel
Het voedsel kan bestaan uit regenwormen, maden, rode muggenlarven en stukjes op maat gesneden vlees (hart e.d.). Larven kunnen gevoerd worden met watervlooien, kleine waterinsecten en Tubifex. Naarmate ze groeien worden ook grotere prooidieren geaccepteerd, zoals rode muggenlarven.
Voortplanting en gedrag
In de natuur vinden de meeste voortplantingsactiviteiten plaats van januari of februari tot mei. In gevangenschap plant P. waltl zich gewoonlijk voort van september tot mei, vaak na een gedeeltelijke waterverversing. In deze periode kunnen vrouwtjes meerdere keren zaad opnemen en eieren afzetten. Voortplantingactiviteiten vinden in gevangenschap vaak plaats na een waterverversing bij temperaturen van 10-18°C.
Voordat de zaadoverdracht plaatsvindt vertoont P. waltl een baltsgedrag waarbij een mannetje onder een vrouwtje zwemt of kruipt en zijn voorpoten om die van het vrouwtje vasthaakt. Nadat een mannetje op deze manier een vrouwtje voor kortere of langere tijd op zijn rug heeft meegedragen, haakt hij één voorpoot los en draait zijn lichaam zo dat zijn cloaca zich voor de snuit van het vrouwtje bevindt. Na enige tijd op deze wijze voor een vrouwtje te hebben geposeerd verwijdert hij zijn cloaca van de snuit van het vrouwtje door zijdelingse pasjes met zijn achterpoten te maken. Een tot paren bereidt vrouwtje volgt de cloaca van de man door zich eveneens met haar achterpoten zijwaarts te bewegen. Doordat het mannetje de gehele paring één voorpoot om een voorpoot van het vrouwtje blijft vasthouden, bewegen de salamanders zich in het rond. Na enige tijd wordt de rondgang gestopt en zet het mannetje een spermatofoor af. Daarna hervatten de salamanders hun rondgang totdat de cloaca van het vrouwtje boven de spermatofoor komt en zij deze in haar cloaca kan opnemen.
Eieren en larven
De eitjes worden binnen 24 uur na zaadopnamen in één of twee dagen tijd afgezet. Een legsel kan meer dan 200 eitjes bevatten. De eitjes worden stuk voor stuk aan waterplanten, op stenen en andere geschikte voorwerpen afgezet. Vaak worden er meerdere eitjes direct na elkaar afgezet zodat er door de kleefkracht van de eitjes trosjes ontstaan. Pas afgezette eitjes hebben een diameter van 7 mm. Eieren die bij een temperatuur worden gehouden van 12°C komen na ruim twee weken uit.
De lengte van de pas uit het ei gekomen larven varieert tussen de 7 en 11 mm. De kleinere larven verkeren in een vroeger ontwikkelingsstadium dan de grotere. Larven metamorfoseren gewoonlijk na drie tot vier maanden en hebben dan een lengte van 6 tot 10 cm. Gemetamorfoseerde jongen leiden ongeveer een zelfde levenswijze als volwassen dieren. Bij een leeftijd van anderhalf of twee jaar kan P. waltl zich voortplanten.
Summary
Pleurodeles waltl, the Sharp-Ribbed newt, can reach a length of more then 30 cm. The body is heavy build, the skin is rough and head is flat and wide. The tail is flat and as long or longer as the snout-vent length. P. waltl can be greyish yellow to olive green, with brown or black dots. The belly is mostly whitish or yellowish with a more or less intense pattern of black dots. On each lateral side usually a row of eight to ten orange or yellow warts are present marking the places where the ribs can penetrate the skin in defensive behaviour. Males are mostly slender built and have a longer tail. In breeding condition they have black nuptial pads on the front legs. This species is found throughout the Iberian peninsula (with the exception of the north and east) and in the north west of Morocco.
This newt uses all kinds of ponds and poodles, even very temporary ones for breeding. In summertime it aestivates and hides in cracks in the ground , under stones or other suitable places. In captivity it can be kept whole year in water. In nature this species breeds between January and May. In captivity it can breed from September to May. Breeding activities can be stimulated by partial changing the water. In this period females can collect spermatophores and produce eggs more than once. Breeding activities take place at temperatures between 10 and 18°C. P. waltl shows a typical breeding behaviour in which the male claps the female from the ventral side with his front legs around hers and carries her along for a while. Then the male loosens his grip by releasing one front leg and then performs a number of movements before releasing a spermatophore. He then moves the female so that she can take up the spermatophore. All this time he holds her by one front leg.
First eggs are laid within one or two days. A female can lay up to 200 eggs which are placed individually on plants and stones. Freshly laid eggs have a diameter of 7 mm. Eggs kept at a temperature of 12°C hatch after two weeks. Hatched larvae measure 7 to 11 mm. Metamorphosis takes place after three to four months at a length of 6 to 10 cm. Juveniles can be kept the same way as adults. P. waltl can best be kept in large aquariums with a small island to them the opportunity to leave the water. Plants and coverage are necessary. A filtering pump is advised. In summertime a terrestrial way of keeping is possible.
P. waltl is a very hardy animal and very easy to keep and breed. It can become at least 12 years. Keeping them fully aquatic and in constant breeding condition seems to reduce vitality and shortens age. To raise young, eggs and larvae can best be separated from the parents. Live and dead food can be fed, varying from the usual worms, maggots and mosquito larvae to small pieces of meat (heart). Larvae can fed with live food such as Daphnia, Tubifex and such.
Literatuur
SALVADOR, A. & M. GARCIA-PARIS, 1999. Pleurodeles waltl (Michahelles, 1830) – Rippenmolch. In: GROSSENBACHER, K. & B. THIESMEIER, 1999. Handbuch der Reptilien und Amphibien Europas (Herausg. W. Böhme). Band 4/I Schwanzlurche (Urodela) I, AULA-Verlag, Wiesbaden).
© Copyrights 2002 de Salamandervereniging, www.salamanders.nl. De Salamandervereniging staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, te Nijmegen, onder nummer 09126981.
Actueel
De Bedreigde Bandsalamander: Klimaatverandering en Bescherming
Dr. Uwe Gerlach, een expert in amfibieën uit Hattersheim, heeft een fascinerend nieuw boek uitgebracht over de bandsalamander (Ommatotriton ophryticus),…
Kamsalamanderpopulatie ontdekt in de duinen van Loonse en Drunense Duinen
Recent goed nieuws uit de Nederlandse natuur! Tijdens een onderzoek in Nationaal Park Loonse en Drunense Duinen zijn onverwacht diverse…
Vuursalamander en veel zweefvliegen op punt van uitsterven: ‘rode lijst’ schetst zorgwekkend beeld
Het gaat niet goed met tientallen soorten zweefvliegen, reptielen en amfibieën in Nederland. Door stikstofneerslag, verlies van leefruimte, het gebruik…